Toen we begonnen met zeilen, waren Ivo en ik nog arme studenten. We hadden zelf nog geen boot, dus huurden we dan met vrienden een Fox22. Meestal brachten we de nacht door aan een houten steiger ergens in Friesland. Jachthavens bezochten we niet vaak. In sommige jachthavens ben je zo twee tientjes per nacht kwijt. En dat terwijl het huren van een bootje al een groot gat in ons studentenbudget sloeg.
Áls we er dan een keertje waren, voelde het voor mij als een verademing. Vergeleken bij een Fox aan een houten steiger, is zelfs de meest armzalige jachthaven een heus luxeresort. Er zijn douches en toiletten, compleet mét rol! Een havenkantoortje, waar je soms ook warme broodjes kan halen. Sommige jachthavens hebben zelfs een zwembad. Niet dat ik daar ooit gebruik van maak, maar het gaat om het idéé. Geen wonder dat ik toen het allerliefst in een fijne jachthaven lag.
Later,
toen we een eigen boot kochten, veranderde ook ons vaargebied. We
zaten vaak op het IJsselmeer, de Waddenzee en de Noordzee. We
overnachtten dan ook vaker in wat grotere havens. Denk hierbij aan de
Waddenhaven in Texel. Een grote haven, met alles erop en eraan. Zo
hebben ze een mooie leesruimte met uitzicht over het Wad. Gezellig
ook. Altijd leuk om te zien hoe kinderen zich daar uren kunnen
vermaken met zo iets simpels als krabbetjes vangen (hoezo 'verwende
playstation-generatie'?).
Maar hoe luxe en mooi ook, ik mis daar wel iets. Als je aan een steiger of in een vluchthaventje slaapt word je midden in de natuur wakker. In Texel is dat veel minder het geval. Ja, je bent op een Waddeneiland, dat klopt. Maar op een drukke vijfsterrencamping krijg je daar toch minder van mee dan op een trekkersveldje. Ook raakte ik meer en meer gewend aan een boot zonder douche en toilet, dus vind ik het steeds minder een probleem om enkele dagen aan een steiger door te brengen. De laatste tijd is onze voorkeur dus weer iets aan het verschuiven, richting simpele steigers en ankerplekken.
Maar hoe luxe en mooi ook, ik mis daar wel iets. Als je aan een steiger of in een vluchthaventje slaapt word je midden in de natuur wakker. In Texel is dat veel minder het geval. Ja, je bent op een Waddeneiland, dat klopt. Maar op een drukke vijfsterrencamping krijg je daar toch minder van mee dan op een trekkersveldje. Ook raakte ik meer en meer gewend aan een boot zonder douche en toilet, dus vind ik het steeds minder een probleem om enkele dagen aan een steiger door te brengen. De laatste tijd is onze voorkeur dus weer iets aan het verschuiven, richting simpele steigers en ankerplekken.
Ook
hebben we ontdekt hoe leuk kleinere stadshaventjes zijn. Dat wordt
ons al tijden aangeraden, van verschillende kanten, maar vroeger
vonden we dat altijd te druk. Teveel gedoe om aan een andere boot aan
te moeten leggen en dan over vier of vijf andere boten heen te moeten
klimmen. Maar we hebben een paar keer in Enkhuizen overnacht, in de
Buitenhaven. Ondanks de ietwat misleidende naam lig je daar midden in
de stad, tussen de terrasjes. En ook dat is toch wel heel gezellig.
En het gedoe met aanleggen valt ook wel mee. Sterker nog, zo ontstaan
de leukste gesprekken! Ook Sixhaven in Amsterdam is leuk. Hoe die
havenmeester zoveel bootjes in zo'n klein haventje weet te passen,
daar kan een wiskundige op afstuderen.
Zijn
er ook havens die wij minder vinden? Zeker weten. De Buitenhaven is
Stavoren is niet echt onze favoriet. Winderig en ongezellig, en dan
zijn alle boxen ook nog eens veel te groot voor ons. Zouden kleine
bootjes te weinig opbrengen?
Mooi stukje!
BeantwoordenVerwijderen