Grote schepen in het Nauw van Calais |
Na het
verslag van mijn zomervakantie weer een deeltje van ons andere
reisverslag, over de grote tocht die we vorig jaar naar de Kanaaleilanden
maakten. We zijn inmiddels in Frankrijk aangekomen, en we varen nu
van Duinkerken naar Calais.
Vlak voor we de haven van Calais binnen
gaan, valt opeens de motor uit. Gelukkig weten we die weer aan de
praat te krijgen. Op hoop van zegen varen de de drukke haven
binnen... Binnenkomen
lukt, maar in de voorhaven houdt de motor er weer mee op.
Terwijl Ivo de motor uit alle macht aan de praat probeert te krijgen, dobberen we langzaam op de betonnen kade af. Plotseling valt mijn oog op een aantal gele boeien. Ankerboeien, bedoeld om te wachten op de sluis naar de jachthaven. Omdat we nog een heel klein beetje voortgang hebben, kunnen we ons roer nog gebruiken. Gelukkig duwt de wind ons de goede kant op. Ik roep tegen Ivo dat hij de pikhaak moet pakken. Intussen probeer ik op de boei af te sturen. De boei komt langszij. Ivo haalt uit met de haak, en hij weet de boei te pakken te krijgen. Het gevaar van de stenen kade is in ieder geval afgewend...
Terwijl Ivo de motor uit alle macht aan de praat probeert te krijgen, dobberen we langzaam op de betonnen kade af. Plotseling valt mijn oog op een aantal gele boeien. Ankerboeien, bedoeld om te wachten op de sluis naar de jachthaven. Omdat we nog een heel klein beetje voortgang hebben, kunnen we ons roer nog gebruiken. Gelukkig duwt de wind ons de goede kant op. Ik roep tegen Ivo dat hij de pikhaak moet pakken. Intussen probeer ik op de boei af te sturen. De boei komt langszij. Ivo haalt uit met de haak, en hij weet de boei te pakken te krijgen. Het gevaar van de stenen kade is in ieder geval afgewend...
Maar
nu hangen we aan een wachtboei voor een sluis, ergens in een Franse
haven. Hulpeloos, met een defecte motor. Wat nu? Een Nederlandse
zeilboot komt langszij. Ze bieden aan om ons naar de jachthaven te
slepen. Dat slaan we niet af.
Het
eerste probleem is in ieder geval opgelost, we liggen nu fatsoenlijk
vast. Tijd om naar de motor te kijken. Hopelijk kunnen we hem zelf
repareren. Anders zijn we weer een week verder. Zonde van onze tijd.
Halen we zo de Kanaaleilanden nog wel?
We
overleggen met elkaar. Wat nu te doen? Wij hebben nog weinig verstand
van buitenboordmotoren. Gelukkig heeft mijn vader wél met allerlei
soorten motoren gewerkt. De eerste stap is om hem te bellen. Mijn
vader oppert het idee dat het wel eens aan het sproeikopje van de
carburateur kan liggen. Met die informatie kunnen we echter niet
zoveel. We weten niet hoe een carburateur precies werkt, dus we
kunnen ons een slecht beeld vormen bij wat hij zegt. Een bewegend
plaatje bij het Wikipedia artikel over carburateurs biedt meer
inzicht. Ivo gaat aan de slag. Een middag lang is hij bezig, proberen
de carburateur juist af te stellen. Iedere keer start de motor
eventjes op, om daarna weer weg te vallen. Maar op een gegeven moment
is het verlossende geluid daar: de motor loopt lekker door.
Opluchting
alom! We kunnen verder. En we hebben het probleem zélf opgelost. Ik
begin er meer en meer vertrouwen in te krijgen. Tijd om verder te
gaan, door naar de volgende halte, Boulogne.
Wordt
vervolgd...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten