Dit oude kerkhof kijkt uit over zee |
Na
een tocht van bijna drie dagen zijn we eindelijk aangekomen in het
Noord-Engelse Whitby. Nadat we onze slaap hebben ingehaald, besluiten
we het stadje wat beter te verkennen.
In
tegenstelling tot gisteren is het nu redelijk zonnig, dus alle
gelegenheid voor een mooie wandeling. We beklimmen de hoge rots aan
de oostkant van het plaatsje. De ruïne van de oude abdij kijkt uit
over de stad. Naast de ruïne is een begraafplaats met oude
grafzerken. Sommigen lijken bijna in het water te vallen, zo
dicht staan ze bij de kant van de klif. Een bijzonder, ietwat
spookachtig gezicht. Destijds heeft deze plek Bram Stoker
geïnspireerd tot het schrijven van zijn beroemde roman Dracula.
De oude abdij van Whitby |
We
wandelen niet ver. De rest van de dag spenderen we aan uitrusten en
de boot opruimen. We hebben geen haast om dingen te zien, want
volgens de weerberichten blijven we nog wel even hier. Stiekem had ik
gehoopt dat we naast Whitby nog een andere plek bezoeken konden. Maar
met deze voorspellingen lijkt het lastig te worden om op tijd weer
terug naar huis te komen, laat staan dat we nog ergens anders heen
gaan...
Gelukkig
is er genoeg te doen hier. Vanuit onze kajuit horen we elk kwartier
een stoomfluit. Het station ligt op een steenworp afstand. Vanaf daar
kan je een monumentale stoomtrein pakken, die door het aangrenzende
North York Moors National Park rijdt. Een leuke bestemming voor de
volgende dag. Het kaartje is niet heel goedkoop, maar het is zonde om
zoiets te laten schieten uit zuinigheid.
Vanaf Whitby vertrekt een monumentale stoomtrein |
Als
we eenmaal rijden zien we ook waarom het kaartje kost wat het kost.
Niet alleen de trein zelf is een rijdend monument, de hele spoorlijn
is een replica van een oude spoorweg uit de negentiende eeuw.
Compleet met stations, rangeerterreinen, wissels, reparatieloodsen en
bevoorradingspunten voor kolen en water. En dat alles draait op
vrijwilligers. Heel bijzonder om te zien, dat ruige landschap met die
lieflijke stationnetjes. Een van de stations op de lijn, Goathland Station, is zelfs gebruikt als filmset in de eerste Harry Potter film. We snappen
waarom, het spoorlijntje heeft een sprookjesachtige sfeer..
Alles is een replica van hoe het vroeger was, inclusief seinhuisjes |
In de namiddag zijn we weer terug in Whitby |
In
de avond eten we lekker aan boord en checken we de weerberichten. Nog
steeds niet veel soeps. Het is niet zo dat het de hele tijd regent en
stormt. Gisteren en vandaag hebben we best aardig weer gehad. Maar
dat mooie weer duurt dan maar een dag of een, twee. En daarna wordt
er weer harde wind voorspeld. Dat is te kort om een oversteek te
wagen. Die zal al snel twee á drie dagen in beslag nemen. We vragen
ons af of het altijd zo is, of dat dit voorjaar het weer gewoon
tegenzit... Op het internet lezen we dat andere zeilers in dit gebied
ook last hebben van het moeilijke weer. Joost Ubbink van de Sunday
had graag naar de Faroe eilanden gewild, maar moet zijn ambities
bijstellen. Hij komt niet verder dan Schotland.
Het weer is gelukkig niet de hele tijd bar en boos |
Een
oversteek zit er deze week dus nog niet in. We kijken nu naar wat er
wel mogelijk is, met deze gaatjes van een á twee dagen. Er liggen
diverse mooie baaien in de buurt. Wellicht kunnen we een weergaatje
benutten om naar een baai te varen, daar een nachtje te liggen en de
volgende dag weer terug te gaan?
De
voorspellingen laten een mogelijkheid zien. Morgen zal de wind gaan
liggen. Overmorgen, in de ochtend, zal het ook vrij rustig zijn, maar
daarna neemt de wind weer toe. Rode, soms zelfs paarse pijltjes. We
besluiten het erop te wagen. De afstand naar de dichtstbijzijnde baai
is maar een paar mijl. Kwestie van vroeg opstaan. We willen in ieder
geval nog een beetje zeilen voor we terug naar huis gaan..
De
volgende ochtend vertrekken we. Bestemming: Runswick Bay, een paar
mijl ten noorden van Whitby. In het begin is er weinig wind, we
dobberen alle kanten op. Maar langzaam trekt de wind aan, tot een
windkrachtje vijf. Hard werken, want we moeten kruisen om de baai in
te kunnen varen. Als je recht op een baai af vaart is het vaak
moeilijk om de ingang van de baai van de rest te onderscheiden. Dat
maakt het kruisen extra lastig. Bij deze baai zijn er een stel
vervelende rotsen onder water, dus ruimte voor fouten is er niet
echt.
Als
we de baai eenmaal zijn binnengevaren, valt de wind grotendeels weg.
Dat komt ook doordat we aan hoger wal zitten en bescherming genieten van de hoge rotskust. Dat geeft in ieder geval een hoop rust. Met een oog op onze tablet
varen we rondjes door de baai, op zoek naar een geschikte plek om ons
anker te laten vallen. Rekening houden met andere boten hoeven we
niet, we zijn de enigen hier.
Als we eenmaal in de baai zijn valt er een rust over ons heen |
Een schitterende plek |
Als
het anker eenmaal ligt is het tijd om eens op ons gemak rond te kijken. Het
is hier schitterend! Een compleet stille baai, met een piepklein
dorpje op de kant. Je zal hier maar wonen. Tijd voor een whisky... Die
whisky drinken we helaas binnen op, want buiten is het toch echt te
koud om een beetje relaxed te kunnen zitten.
Tijd voor whisky! |
De
volgende dag staan we weer vroeg op, want er komt een hele puist met
wind aan. Als we de baai uit varen is het nog betrekkelijk rustig.
Maar dat verandert snel. Halverwege zitten we alweer op een dikke
windkracht vijf. We knallen met vijf knoop op Whitby af. Ik ben blij
dat het zo snel gaat, want hoe eerder binnen, hoe beter. De harde wind zit ons op de voeten. Voor de
middag liggen we weer aan de steiger voor de brug. Na de middag
worden we weer verwelkomd door onze havenmeester. Terug in Whitby. En
volgens de weerberichten blijven we hier nog wel even...
Wordt vervolgd...
En we zijn weer terug in Whitby |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten