Na nog
geen kwartier worden we overvallen door dichte mist. Terugvaren kan
niet meer, want er staat een forse stroom tegen. Tot overmaat van
ramp varen hier ook nog zeer snelle catamaranferries. We zoeken de
routes van de veerboten op. Geen goed nieuws. We blijken precies op
de route van de boot naar Guernsey naar Engeland te zitten. Daar
moeten we zo snel mogelijk vanaf, dus we verleggen onze koers. Met
onze oren wijd opengesperd varen we door. Gelukkig is het stil op het
water. Maar dan opeens, horen we een zware motor. Die motor hebben we
de afgelopen weken vaker gehoord, we als tijdens onze wandelingen de
catamaranferries langs zagen komen. Shit...
Normaal
spuiten deze boten met dertig knopen het water over, maar gelukkig
heeft deze boot haar snelheid aangepast aan de mist. Maar het geluid
komt wel steeds dichterbij. Ademloos luisteren we. Ik ga naar binnen
om de ferry via de marifoon op te roepen. Maar dan verplaatst het
geluid zich naar bakboord. De ferry passeert ons aan de linkerkant,
waarna het motorgeronk weer afneemt. Ivo en ik wisselen een blik van
opluchting uit.
Maar
we zijn nog lang niet uit de problemen. Het is nog steeds mistig. We
moeten door naar Alderney, zo snel mogelijk. Maar de motor gaat niet
aan, want dan horen we andere boten helemaal niet meer aankomen. En
dat is toch wel link, in de potdichte mist. Gelukkig staat er wel een
beetje wind. Na een paar uurtjes varen we de haven van Alderney
binnen. We zien niet veel meer dan een grijzige golfbreker en wat
meerboeien. Maar we zijn maar wat opgelucht dat we vastliggen!
Voor anker bij Alderney ligt een boot met een bijzondere tuigage |
We
proberen wat te slapen, want we moeten nog lang doorvaren vanavond.
Als de mist optrekt, tenminste. Na een paar uurtjes word ik wakker
gemaakt door Ivo. Slaperig piep ik met mijn hoofd door de
kajuitingang. Er is ineens een heel eiland tevoorschijn gekomen! We
liggen in een enorme baai, met wel vijftig andere boten. Ik had hier
graag nog even rondgekeken, maar het is nu echt tijd om te gaan. Het
is begin september, en op de manier waar op wij varen hebben we nog
wel een paar weekjes nodig om terug te komen in Nederland.
Vlak
voor we af willen varen komt er een rubberboot op ons afgescheurd. De
douane. Wie we zijn, waar we vandaan komen en of we nog iets hebben
aan te geven? Nadat ze onze paspoorten hebben gecontroleerd, horen ze
ons verhaal aan. Volgens mij vinden ze het wel gaaf.. Nadat we ze
weer hebben uitgezwaaid, maken we onszelf los van de boei, en varen
we weg. Een definitief afscheid van de Kanaaleilanden. Het is een
mooie tijd geweest.
Net
als we Alderney uitgevaren zijn, valt de wind weg. Gelukkig helpt het
opkomend tij ons wel een handje. Langzaam zien we de avond vallen. Om
ons heen is het pikdonker, en het is ook vrij koud. Langzaam keert de
wind weer terug. Dat is mooi, want het is al bijna middernacht, en we
zijn nog behoorlijk ver van ons einddoel. In de verte zien we
lichtjes flikkeren. Een stad. Daar zijn mensen, cafeetjes,
gezelligheid. Hier is alleen maar water en duisternis. Op sommige
nachten voelt de zee erg eenzaam aan.. Gelukkig komen we langzaam
maar zeker dichterbij ons doel. Tegen een uurtje of half drie leggen
we aan. Een wijntje, en daarna vallen we zo'n beetje in een coma. We
zijn weer terug in Cherbourg!
De
avond voor we weg gaan, maken we nog een wandeling door de stad.
Cherbourg voelt al bijna vertrouwd aan. De vissers op de kade zijn
voor ons inmiddels een bekend gezicht. Elke dag staan ze er. Ze hebben tientallen lijntjes uitgezet, met kartonnetjes eraan. Hopend op, ja
wat eigenlijk? Ik kan me niet voorstellen dat er in een drukke
stadshaven iets te vangen valt. We passeren het skateparkje en de
pubers die daar rondhangen. Een nieuw soort stepje is erg in, ze
halen er de gekste stunts mee uit.
We
lopen om de binnenhaven heen, richting het scheepvaartmuseum. Hier
wordt de buurt een beetje slonziger. Overal staan oude, leegstaande
loodsen. De natriumlampen zetten alles in een oranje schijnsel, het
is alsof we door het decor van een film noir lopen. Het
scheepvaartmuseum is helaas al dicht. Maar ook buiten het museum valt
er genoeg te zien. Een aantal duikersklokken, een enorme boei die
ooit dienst deed als westkardinaal en een
heuse onderzeeër in een droogdok. De onderzeeër blijkt open te zijn voor
bezoekers van het museum. Ik vind het bijna jammer dat we weggaan, ik
had deze unieke boot graag eens van binnen gezien. Maar zo houd ik me
voor, naar Engeland zeilen is ook een belevenis.
We
besluiten terug te gaan, want morgen moeten we vroeg op. Op naar
Engeland!
Wordt
vervolgd..
Onderzeeër La Redoubtable in haar droogdok |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten