Wij gaan door! |
Na
een ontspannen oversteek van IJmuiden naar het Engelse Lowestoft,
hebben Ivo en ik besloten om door te varen naar Whitby. De wind zit
niet bepaald mee, dus doen we vrij lang over de overtocht. Als we in
de derde nacht door harde wind overvallen worden, besluiten we uit te
wijken naar het nabijgelegen Scarborough. Als we daar tegen
zonsopgang aankomen, blijkt de haven vol. De wind is een klein beetje
gaan liggen en we zijn toch bijna in Whitby, dus we besluiten meteen
door te gaan.
Hoewel
de wind iets rustiger is geworden, staat er nog steeds wel een een
dikke vijf Beaufort. En we moeten opkruisen, dus dat is hoog aan de
wind door de golven beuken. Volop actie! Maar na drie dagen op zee is
dat stoere, scheve gespetter toch wel wat vermoeiend. Dus gaat het
eerste rif er in. En als Doordraijer na een half uur weer scheef op
één oor ligt, zetten we ook maar een tweede rif. Ik merk dat ik er
echt naar uitkijk om weer op land te zijn.
Hemelsbreed
is de afstand van Scarborough naar Whitby ongeveer vijftien mijl.
Maar omdat we moeten kruisen, is dat toch nog wel een lang stuk. En
net als de stroom tegen gaat staan, gaat ook de wind eraf. Het
laatste stuk zullen we op de motor moeten doen. Erg jammer. Omdat de
stroom tegen staat, schiet het motoren ook niet bepaald op. Met de
wind is alle actie verdwenen en daarmee ook de adrenaline. Ineens
merken we allebei dat we de vorige nacht niet geslapen hebben. Het is
een klassieke fout: door de ochtendzon krijg je weer energie, merk je
niet hoe vermoeid je bent en word je overmoedig...
De laatste loodjes.. |
Vechtend
tegen de slaap motoren we naar Whitby toe. Dat is nog niet zo
eenvoudig. Ik heb de neiging om de kustlijn te willen volgen, maar
bij Whitby zitten er gevaarlijke rotsen onder water. Die rotsen
worden gemarkeerd door een boei, een noordkardinaal. Als we de kardinaal
voorbij zijn, moeten we de haven aanlopen. Ik kan de haveningang niet zo
goed zien, ik zie alleen maar beton. Maar volgens Ivo liggen we goed
op koers. En dan ineens, opent zich een gaatje en varen we de rivier
op. Om ons heen zijn hoge kliffen waar schattige huisjes op gebouwd
zijn. Op de hoogste rotspunt staat de ruïne van een oude abdij.
Sprookjesachtig, zeker vergeleken bij Lowestoft.
We zijn er! |
Whitby
is niet zo groot, maar het is er wel druk. Over de kades wandelen
tientallen toeristen, die ons nieuwsgierig gadeslaan. Eentje steekt
zelfs zijn duim op. Na drie dagen alleen op zee is dit wel eventjes
wennen! Zouden ze hier ook meivakantie hebben? We knopen ons bootje
vast aan het ponton voor de brug. Daar moeten we wachten tot het
water hoog genoeg is om verder te kunnen, door naar de jachthaven.
Tijd voor koffie. Dat kunnen we wel gebruiken..
Daarna
varen we naar de jachthaven. Een paar drijvende steigers, midden in
de rivier, met een prachtig uitzicht op het dorp. We worden al
opgewacht door een vriendelijke havenmeester, die ons helpt met
aanmeren. Volgens hem zijn wij dit seizoen pas de tweede Nederlandse
boot die hier is komen liggen. Het weer valt deze lente erg tegen.
Uitzicht vanaf de jachthaven |
Na
drie dagen blikvoedsel en mueslirepen zijn we erg toe aan een warme
maaltijd. We besluiten om te kijken of we ergens iets kunnen eten.
Omdat we erg moe zijn, hebben we geen zin in een echt restaurant met
alles erop en eraan. Dus strijken we neer in een afgeladen
fish-and-chips tentje, vlak bij de jachthaven. Ik weet uit ervaring
dat Engelse fish and chips nou niet echt bepaald een aanrader zijn,
maar ja, ik ben hongerig en hardleers. Vol goede moed bestellen we
een warme hap. De vis is best lekker, maar de friet smaakt alsof hij
tegelijk met de olie is opgewarmd. Ivo besluit dat deze eerste
kennismaking met het nationale gerecht van Engeland meteen zijn
laatste zal zijn. Omdat we behoorlijk hongerig zijn gaat de vette hap er alsnog redelijk in.
Na
het eten maken Ivo en ik nog even een ommetje door de stad. Lang
duurt dat niet, met een half uurtje lopen heb je het oude gedeelte
wel gezien. De stad is kennelijk ook populair bij de Engelsen zelf,
want behalve mooi is het hier ook wel erg toeristisch. Langs de
voorhaven loopt de boulevard, die net als in Lowestoft een beetje een
ordinair tintje heeft. Veel friettenten en gokhallen, die de
toeristen met allerlei flikkerende lampjes en tetterende
geluidseffecten naar binnen proberen te lokken. Ik ben blij dat de
jachthaven niet hier ligt, maar een eindje verderop.
De voorhaven van Whitby |
Wat het slechte weer betreft, heeft de havenmeester wel een beetje gelijk.
De hemel is loodgrijs geworden, zachtjesaan begint het te regenen.
Van de drukte van vanmiddag is niets meer te merken, we hebben de
pier voor onszelf. Met zijn pieren en nauwe haveningang doet dit
stadje ons een beetje denken aan het Franse St. Valery. Maar dan wel
een grijze, verregende versie ervan. Hopelijk wordt het weer later
wat beter..
Morgen
gaan we de omgeving wat uitgebreider verkennen. Maar eerst maar eens
iets doen wat we drie dagen lang niet gedaan hebben: lang, lekker en
ongestoord slapen.
Wordt
vervolgd....
Overal zie je souvenirwinkeltjes |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten