Dit is
alweer het laatste deel van het verslag van onze reis naar Lowestoft
en Whitby.
Het
weer zit niet mee, tijdens deze tocht. Een aanhoudende harde wind
houdt ons al twee weken lang in Whitby. Maar dan ineens, menen we een
mogelijkheid te zien..
De
wind zal gedurende anderhalve dag iets afnemen, voor hij op volle
kracht weer terug komt. Niet genoeg tijd om naar Nederland over te
steken, maar wel genoeg tijd om naar het zuiden af te zakken. Daar
zal volgens de voorspellingen de wind minder hard zijn. Vanaf daar
willen we de oversteek maken. Ikzelf vind het nog best eng. Wat als
het gebied met harde wind meer naar het zuiden afwijkt dan voorspeld
is? Dan komen we alsnog in slecht weer terecht. Maar echt veel keus
hebben we niet. De voorspellingen voor de hele volgende week zijn nóg
slechter.
In de
namiddag vertrekken we. De eerste paar uren staat er nog een
behoorlijke golfslag. Maar als ik in de vroege ochtend mijn slaapzak
uit kruip is het alweer een stuk rustiger. Zachtjes glijden we langs
de boorplatformen, naar het zuiden. Een dagje relaxed zeilen. Maar
toch ook niet helemaal. Is dit stilte voor de storm? Gaan we hard
genoeg? Moet de motor niet bij?
We zijn weer op weg! |
Al met
al schieten we redelijk op. De 'veilige' zuidelijke helft van de
Noordzee komt steeds dichterbij. Ik krijg meer en meer het vertrouwen
dat we niet meer geraakt gaan worden door harde wind. Of, tenminste,
wind die ik niet meer relaxed vind. Maar, zo blijkt achteraf,
vertrouwen is maar een gevoel. En in een gevoel kan je je behoorlijk
vergissen...
Als ik
de volgende ochtend wakker word ziet de wereld er héél anders uit.
De voorspelde wind is gearriveerd. Van de kalme zee is niets meer
over. De golven zijn steil én hoog.
We
besluiten twee rifjes te steken. Daarna gaat Ivo naar bed en is de
boot van mij. Dankzij het rif heb ik van de wind niet veel last. Van
de golven echter des te meer. Ze slingeren de boot werkelijk alle
kanten op. Het is hard werken om de boot recht te houden. Maar
langzaam maar zeker krijg ik er handigheid in. De stress maakt plaats
voor een lach op mijn gezicht. Ik kan dit! Dat duurt echter niet
lang. Na een uurtje of twee gebeurt namelijk precies datgene waar ik
al die tijd al bang voor was...
Het
zuiden krijgt toch een zwieper mee van het slechte weer. De wind
schakelt ineens zomaar een paar versnellingen hoger. En de golven
ook. Ik heb veel vaker met stevige wind gezeild. Maar dit soort
golven heb ik nog nooit eerder gezien. Het is beangstigend. We worden
werkelijk alle kanten op gesmeten...
Als we
voor de vierde of vijfde keer op een haar na plat zijn gegaan neem ik
een besluit. Ik verlaat onze oorspronkelijke koers naar het
zuidwesten en ga pal zuid varen.
Stilte voor de storm? |
Dat is
de snelste weg naar de veiligheid, hoop ik. Er zit een heel groot
stuk zee tussen de oostkust van Engeland en onze boot. In dat grote
stuk kunnen de golven zich met deze westenwind behoorlijk opbouwen.
Ten zuiden van ons maakt de kust van Engeland een grote bocht naar
het oosten. Ik hoop dat we daar, dichter bij het land, meer
beschutting zullen vinden. En een haven. Ik wil bij Great Yarmouth
naar binnen. Ivo, die inmiddels ook wakker is, vraagt zich af of dat
wel verstandig is. Maar ik wil maar een ding, weg van hier.
De
bocht naar het oosten biedt inderdaad de beloofde beschutting. De
golven worden handelbaarder. Maar de wind neemt nog meer toe. We
besluiten het grootzeil weg te halen. Zelfs op de fok is het nog
heftig. Langzaam komen we dichterbij de haven van Great Yarmouth.
Een
lastige aanloop. Net als bij Lowestoft liggen er ten zuiden van ons,
voor de haveningang, flinke zandbanken met windmolens. We zitten een
paar mijl oost van het land en er staat een behoorlijke stroming die
ons naar die windmolens weg zet. We moeten terug naar het westen,
maar moeten al noordwest sturen om de kardinaal voor de zandbank aan
de juiste kant te passeren.
We
moeten een poosje hoog aan de westelijke wind tegen de stroom in
beuken, maar het is de enige optie om nog bij het land te komen. Met
alleen een fokje schiet dit niet erg op. De stroming is sterk - zeker
vier knopen. Heel langzaam komt het land dichterbij, maar ook de
kardinaal en de windmolens. We redden het maar net, als we er voorbij
kruipen gaan we overstag en vallen we zuidwaarts af. Nu met de stroom
mee.
De
ingang van Great Yarmouth verschuift snel aan de horizon. We gaan hem
niet redden op onze huidige koers. Dus we moeten weer die vervelende
noordwestelijke koerst gaan varen om er te komen. Maar de ingang is
heel smal. Een klein foutje en we liggen op de stenen. Deze haven
gaat hem dus niet worden...
Een
bekende valkuil. Met slecht weer op zee schreeuwt je instinct: weg
hier! Maar onder zulke omstandigheden is een haven aanlopen vaak
gevaarlijker dan op open zee blijven.
Maar
als deze haven aanlopen niet lukt, wat doen we dan? Ivo heeft weer
een nieuwe weersvoorspelling binnen gehaald. Volgens die
voorspellingen neemt de wind af en blijft hij west, voor de komende
twee dagen. Een perfecte wind om mee over te steken. Gewoon doorgaan?
Toch die oversteek erachteraan plakken?
Mijn
eerste gedachte is: nééé! Maar ik merk dat de wind om mij heen
begint af te nemen, precies zoals voorspeld. Langzaam komt de rust
weer terug. En ik denk bij mezelf: waarom ook niet? Ivo en ik spreken
af dat ik eerst een half uurtje plat ga, om de ergste vermoeidheid
eraf te halen. Daarna neem ik de eerste wacht.
Onderweg zien we een paar bijzondere schepen |
Wat
volgt is een relaxte overtocht. Voor de wind zeilen in een lekker
zonnetje, in de nacht naar de sterren kijken. Het wachtlopen gaat
prima en we voelen ons vrij uitgerust. Het vertrouwen keert langzaam
weer terug. En, niet onbelangrijk, deze keer blijft het
vertrouwen ook. We besluiten niet bij IJmuiden naar binnen te gaan,
maar door te varen naar Den Helder. Tegen de avond glijden we bij het
Marsdiep naar binnen. We hebben het tij mee en voor we het weten zijn
we bij Den Oever. We kunnen nog nét de laatste sluis meepakken.
De Lange Jaap, bij Kijkduin. Eindelijk weer terug in Nederland |
De
wind wakkert weer aan, tot een kleine vijf. Normaal is het stuk
Lemmer-Den Oever een behoorlijke dagtocht. Maar met deze wind racen
we er in zes uurtjes heen. Vreemd genoeg staan er bijna geen golven.
Met vijf knopen vliegen we midden in de nacht over een vlak
IJsselmeer. Een onwerkelijke ervaring.
We pakken nog net de laatste sluis bij Den Oever |
Tegen
het ochtendgloren leggen we aan bij de sluis. In één ruk terug
gevaren van Whitby naar Lemmer. Drie dagen, tien uur en vijfenveertig
minuten. Een koffer vol verhalen en ervaringen rijker. We zijn heel
blij dat we na de mislukte aanloop bij Great Yarmouth, er toch voor
gekozen hebben om alsnog de oversteek te maken. Blij dat we over onze
angst heen zijn gestapt. Blij dat we alsnog een schitterende
overtocht gehad hebben, waardoor het vertrouwen weer is teruggekomen.
Morgen zullen we rustig de boot op gaan ruimen, familie ontmoeten,
mooie verhalen vertellen. Maar nu eerst maar eens onze slaap inhalen!
Midden in de nacht, met vijf knopen over een kalm IJsselmeer. Een bijzondere ervaring |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten