Veel
zeilers dromen wel eens van een lange zeilreis. Maar tussen die vage
dagdroom en het daadwerkelijk losgooien staat een hoop voorbereiding
in de weg. Hoe ga je daar aan staan? In de volgende twee posts
beschrijf ik hoe wij ons voorbereid hebben op onze trip naar de
Kanaaleilanden. Van vage dagdroom tot concreet vertrek (Voor deel twee, klik hier)
2008-2009: Ik wil ooit een lange zeiltrip maken...
Het
is ergens in 2008 als mijn vriend na een weekje lessen op een Valk
een oude editie van Zeilen mee naar huis neemt. Ik heb niks
met zeilen, maar ik ben zo iemand die zelfs de verpakking van de
hagelslag bestudeert, dus achteloos sla ik het tijdschrift open. Ik
lees over mensen die met hun eigen boot hele wereldreizen maken en
ben meteen verkocht. Dat wil ik ook! We besluiten een kajuitbootje te
huren, met een paar medestudenten. Als ik ooit in de toekomst een
'wereldzeiler' wil worden, dan kan ik maar beter nu beginnen met
ervaring opdoen, zo redeneer ik. Onze eerste meerdaagse tocht, over
de Friese meren, voelt als een echte ontdekkingsreis. Het zaadje
heeft wortel geschoten.
Meer
tochtjes volgen. We gaan voor het eerste keer het IJsselmeer over.
Varen ook in het donker. Hoewel we met een crew van vier zijn,
proberen Ivo en ik de lastige manoeuvres bij voorkeur met zijn
tweetjes te doen. Als we hier echt verder mee willen, zullen we dat
zelf moeten kunnen, zo is onze redenatie. De eerste geslaagde aanleg
is een heuse overwinning, die we met een biertje vieren.
We
worden steeds nieuwsgieriger naar het zeilen op zee. Qua ervaring
zijn we daar helemaal nog niet klaar voor, dus gaan we mee met een
zeezeilschool. Eerst een uurtje spieken buiten de pieren van
IJmuiden, tijdens een open dag. De zee gaat flink tekeer. Heel andere
koek dan de Friese Meren! Vervolgens een weekendje weg, van IJmuiden
naar Scheveningen en weer terug. Daarna een echt rondje buitenom:
over de Noordzee van IJmuiden naar Texel en via het IJsselmeer weer naar IJmuiden. De eerste dag worden we verschrikkelijk zeeziek, maar dat
hebben we waarschijnlijk te danken aan de vette hap die we voor
vertrek genuttigd hebben. Als de zeeziekte enigszins weg trekt,
geniet ik volop. Nu zelfs de zeeziekte ons niet blijkt af te
schrikken weten we het zeker: we willen door met zeilen..
2010: Wat is mogelijk?
Ik
begin me te beseffen, dat als ik ooit een langere tocht wil maken, ik
een concreet plan zal moeten trekken. Ik ben dan begin dertig. Ik wil
niet gokken op dat ene perfecte toekomstscenario waarbij we over een jaar of
dertig allebei gezond zijn, én onze schaapjes op het droge hebben,
én ook geen andere grote verantwoordelijkheden kennen. Ik zou het
liefst weg willen nu ik en Ivo nog redelijk jong en vrij zijn. Dat
heeft consequenties voor het soort tocht dat we willen maken. Als
studenten hebben we geen geld om een jaar weg te gaan en een groot
jacht zit er natuurlijk nog ook nog niet in. Dat rondje Atlantic
gaat hem nog niet worden. Maar binnen Europa zijn vast ook
genoeg schitterende plekken. Waar zouden we kunnen komen, met drie,
vier maanden tijd?
Intussen
doen we ervaring op waar we kunnen. We nemen les en huren af en toe
kleine kajuitbootjes. Via het zeilersforum kunnen we zomaar
als opstappers mee, met een heuse oversteek naar Engeland. Vooral het
huren van boten kost ons echter aardig wat geld. Als we langer weg
willen zullen we ooit een eigen boot aan moeten schaffen. Huren is
dan geen optie, want een zeewaardige huurboot kost zo duizend euro
per week. We vragen ons af of het een zinnig idee is om die eigen
boot nu alvast te kopen. Dan kunnen we daar verder ervaring mee op
doen en sparen we dat cursusgeld en boothuur tenminste uit.
We
zijn op zoek naar een niet al te dure boot. Hij hoeft niet groot te
zijn, maar we willen er wel de zee mee op kunnen. Een realistische
wens? We
hebben weinig verstand van boten, dus raadplegen we het Internet. Op
het zeilersforum krijgen we een hoop nuttige input. Er zijn redelijk
wat kleine tweedehands boten die betaalbaar en zeewaardig zijn,
zoals de Zweedse Marieholm IF en de Albin Vega. Maar wij hebben echt geluk, want wij krijgen een buitenkansje.
Op
een paar kilometer van ons studentenhuis staan twee zeer unieke
bootjes in een loods te wachten. Lichtekooi en Doordraijer, eigendom
van de plaatselijke studentenzeilvereniging. Zessenhalve meter lang,
maar zeer zeewaardig en stevig als een huis. Ontworpen door een
hoogleraar werktuigbouwkunde, speciaal voor zeereizen. Zelf gebouwd
door de studenten. Van binnen zijn ze zeer ruim en comfortabel. Wij
zien onszelf hiermee wel naar verre kusten varen. En omdat er geen
motor in zit, zijn ze vriendelijk geprijsd. Na een korte
onderhandeling, ondertekening van de koopakte en een paar biertjes om
het te vieren, mogen we ons eigenaren van Doordraijer noemen.
Te koop: Euros 22-voets bootjes. We mogen er een uitkiezen.. |
2011: Koop een boot...
En
dan hebben we ineens een boot! Vooralsnog mag onze boot op het terrein van
de studentenvereniging blijven staan, maar we moeten wel na gaan
denken over dingen als een ligplaats en winterstalling. Ik opper om de boot in een spotgoedkoop haventje in de Beulakerwijde te leggen. Maar
met een kiel van 1.35 is onze boot niet geschikt voor kleinere
watertjes. Ook kun je natuurlijk niet zoveel ervaring met zeilen op
ruim water opdoen, als dat ruime water op minstens een dag varen ligt.
Als je genoegen neemt met een plekje achter de sluis, zijn er ook aan
het IJsselmeer genoeg zeer betaalbare ligplaatsen te vinden, zo weten we inmiddels. Wij betalen nu met ons zessenhalve meter aan boot rond de zeshonderd euro per seizoen.
Er
moet nog een hoop gebeuren voordat de boot echt klaar is om te
zeilen. Gelukkig helpen de leden van de vereniging ons met allerlei
tips en handigheidjes. We kunnen voor vragen altijd bij het
zeilersforum terecht en mijn vader en schoonvader klussen ook graag mee.
We leren het verschil tussen dingen als epoxyhars, DD-lak, primocon
en antifouling. Er komt een motorsteun met motor op onze boot. Het is
wel een beetje een race tegen de klok, want in april heeft de
vereniging een kraan besteld om al haar boten te water te laten.
Als
de boot eenmaal op het water ligt worden we uitgenodigd om met
Doordraijer mee te zeilen naar de waddenzee, samen met de andere
boten van de vereniging. Die kans grijpen we met twee handen aan,
want zo krijgen we een schat aan ervaring en kennis mee. De oud-leden
willen graag nog een keer varen met hun oude scheepje. Met twee
ervaren opstappers aan boord zeilen we onder andere naar Texel en Medemblik. Dat rondje Texel geeft ons zoveel zelfvertrouwen dat we
het in grote vakantie nog eens overdoen. Maar dan gewoon met zijn
tweetjes. Het is de eerste keer dat we zelfstandig op zout water
zeilen...
Wordt
vervolgd...
Op pad met de studentenvereniging |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten