Ivo
en ik waren een tijdje weg, we hebben een bijzondere zeilreis
gemaakt. Daarom zijn er de afgelopen weken eventjes geen nieuwe blogs
verschenen. Wel waren we te volgen via Facebook en het
zeilersforum. We hebben onderweg een boel lieve reacties
gekregen. Heel veel mensen wensten ons een goede vaart en vroegen
zich af hoe het ons vergaan was.
In
de tweeënhalve week dat we weg waren, is er heel veel gebeurd.
Teveel om in één verslag samen te vatten. Vandaar dat ik het
verslag in verschillende delen zal doen. Om de eerste
nieuwsgierigheid te stillen, schrijf ik nu alvast een eerste
impressie, het uitgebreide verslag volgt later..
Onze
vakantieplanning voor het jaar 2015 is als volgt: We willen meedoen
met de Small Ships Race, een race van IJmuiden naar Lowestoft,
speciaal voor kleine boten. Daarna willen we er eventueel nog een
vakantie in het Verenigd Koninkrijk aan vast plakken. De Small Ships
Race is vooral bedoeld om de drempel naar een langere oversteek te
verlagen. In andere woorden, men wil van kustzeilers zeezeilers
maken. Wij zijn van die typische kustzeilers. De trip naar de
Kanaaleilanden hebben we in dagtochten gedaan. Onze langste tocht was
zo'n achtentwintig uur. Daarna waren we doodop. Wij zouden toch graag
ook eens langer door willen zeilen, dus zien we de Small Ships Race
als ideale gelegenheid om nog eens met zo'n lange oversteek te
oefenen. Gaat alles tijdens de overtocht goed, dan zullen we als
vervolg hierop meteen nóg een langere tocht maken, richting het
noorden van Engeland. Maar eerst maar eens zien hoe die Small Ships
Race verloopt..
Woensdagochtend
20 mei verzamelen alle boten in de jachthaven van IJmuiden. Voor de
race moet er nog van alles worden nagelopen, het is dan ook een
drukte van belang op de kade. Veel tijd om te slapen krijgen we niet,
pas om half één in de avond zijn we klaar om naar bed te gaan, en
de afvaart is om vijf uur in de ochtend.
De
volgende ochtend is het zover. Met tientallen bootjes varen we tegelijk de
haven uit, een bijzonder gezicht. Onderweg hebben we om de
twee uur marifooncontact met de andere boten. Je hoort dus ook hoe
het de andere deelnemers vergaat. Dat schept een band. De eerste paar
mijl hebben we nog aardig wat zeegang, maar daarna wordt het
rustiger. We hebben een zeer relaxte overtocht. Wat betreft het
wachten lopen, daar moeten we onze draai nog even in vinden, maar we
zijn al een stuk minder vermoeid dan de vorige keer. In de middag
lopen we Lowestoft aan.
Tussen de grote zeeschepen door |
Vooral in de avond en in de nacht schieten we lekker op |
Na
de finish volgt het 'Captains Dinner' in de sjieke jachtclub van
Lowestoft. Bijzonder om eens mee te maken. En heel gezellig, borrelen
met alle nieuwe vrienden die we gemaakt hebben. Zondag drinken we
koffie met Joost van de Sunday Morning Sunrise,
een Marsvin van 22 voet. Hij laat ons zien hoe je een
langere tocht plant, en wat voor programma's je gebruikt om een
inschatting te maken van het weer. Even op Windfinder.com
kijken is misschien genoeg voor een tochtje Lemmer-Enkhuizen, maar
als je langer wilt varen heb je toch echt meer nodig. Zo worden ons
de fijne kneepjes van het zeezeilen bijgebracht.
Doordat we tijdens de oversteek van IJmuiden naar Lowestoft redelijk uitgerust waren, hebben we het vertrouwen dat we een meerdaagse tocht aan zullen kunnen. We besluiten daarom door te gaan naar het Noorden. Eerst eens kijken of we Whitby kunnen halen. Dat ligt in de provincie Yorkshire. Daarna zien we of we wellicht verder kunnen varen.
De
eerste paar uur varen we samen op met de Sunday Morning Sunrise.
We hebben regelmatig marifooncontact, en als hij buiten bereik is
houden we elkaar op de hoogte via SMS en het zeilersforum. Erg
gezellig, zo'n virtuele reisgenoot. De oversteek duurt iets langer
dan gepland, omdat we kampen met weinig wind. De wind die er is, is vaak ook nog eens een keertje tegen. Onderweg
komen we van alles tegen. Harde wind, (best spannend) windstiltes
(frustrerend om over je eigen GPS track heen te dobberen)
vissersboten (onvoorspelbaar en daardoor best eng, eentje voer bijna
dwars over ons heen!) en allerlei wilde dieren (hoogtepunt: een
walvis die wel een kwartier lang met ons op gezwommen is). Het
wachten draaien gaat steeds beter, ik voel me onderweg aardig
uitgerust. En dat terwijl ik veel minder slaap dan thuis.
Onderweg komen we veel wilde dieren tegen, waaronder deze walvis.. |
Whitby |
Als
we in Whitby zijn slaat het weer om. Het gaat harder waaien. Niet
constant, maar om de een á twee dagen steekt er een harde wind op.
Dat maakt het lastig om een gaatje te vinden voor nog een lange
tocht. Verder naar het noorden gaat niet, het is zelfs maar de vraag
of we vanuit Whitby op tijd naar huis kunnen. We vragen ons af of we
pech hebben met het weer, of dat het normaal is voor een zeezeiler,
dat je de meerderheid van de dagen niet kan uitvaren.
Het
landschap is hier mooi en ruig, ruiger dan ik verwacht had. Ik had
toch een vooroordeel over het landschap in Yorkshire. Ik dacht dat
vooral een lieflijk Hobbit-achtig landschap zou zijn. Niet dus! Ik
merk echt dat we al flink noordelijk zitten. Niet alleen aan het
landschap, maar ook aan de korte nachten, de hoeveelheid wilde dieren
die je ziet en de zee, die hier minder druk bevaren wordt dan ter hoogte van Lowestoft. Prachtig.
Maar het doet me ook een beetje zeer, want als ik dit zie vraag ik me
af wat er verder noordelijk nog te verkennen valt.
Donderdagmiddag
lijkt zich eindelijk een geschikt moment voor de terugreis voor te
doen. Helemaal zeker van onze zaak zijn we niet. Er is voor zaterdag
harde wind voorspeld. Die waarschuwing geldt vooral voor de
noordelijke helft van de Noordzee. Om die wind te ontlopen willen we
eerst naar het zuiden varen, om dan pas over te steken. Je weet
echter nooit zeker of je niet alsnog geraakt zal worden door een
staartje van de harde wind...
En
dat blijkt, want we komen zaterdag alsnog in vrij harde wind terecht.
Windkracht vijf tot zes, met hele hoge golven, waarop het moeilijk
sturen is. De boot slaat verscheidene keren bijna plat. Doodeng.
Gelukkig zwakt de harde wind tegen het eind van de ochtend weer af.
Daarna beginnen we aan de oversteek. We willen profiteren van de wind
die nu goed is, dus besluiten we door te varen. Bij Den Helder naar
binnen, de Waddenzee over en met de laatste sluis in Den Oever het
IJsselmeer op. Maandagochtend, tegen een uur of vijf leggen we aan
voor de sluis. Een overtocht van drie dagen, tien uur en
vijfenveertig minuten. Het zit erop!
We
kijken terug op een geslaagde vakantie. De Small Ships Race was
bedoeld om de drempel naar langere tochten te verlagen. Dat is zeker
gelukt, gezien de lange trips die we daarna maakten. Toch zien we
onszelf nog niet als echte zeezeilers. Voor een oversteek is twee a drie dagen nog echt de
max. Dat heeft vooral te maken met de betrouwbaarheid van het
weerbericht. We hebben gemerkt dat zeilen op zee met harde wind toch nog best
moeilijk en beangstigend is. Dus willen we tijdens de overtocht niet
in harde wind terecht komen. Met een lange oversteek kan je dat
gewoon niet voorspellen. Langs de kust kunnen we in theorie wel
langere tochten maken. Als we dicht bij het land varen kunnen we immers
weerberichten binnenhalen. Van daaruit kunnen we beslissen of we de
volgende haven moeten binnenlopen, of we nog verder kunnen varen. Wat ons betreft past de beschrijving 'kustzeilers' vooralsnog beter bij ons.
Toch
zijn we erg blij met deze nieuwe stap in onze ontwikkeling. Nu we een
langere oversteek hebben gemaakt, en we ook meerdaagse tochten aankunnen,
wordt ons zeilgebied behoorlijk vergroot. Ik heb al zin in het
volgende jaar..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten