We liggen alweer een dag of twee in een
van de jachthaventjes van St. Peter Port, in Guernsey. Vlak naast Guernsey ligt het eilandje Herm. We besluiten daar een dagje naartoe te gaan, want we horen er veel
goeie verhalen over. Het zou bijna een tropisch eiland zijn, een
botanisch paradijsje waar onder andere wilde knoflook groeit. We zijn
benieuwd....
Op honderd meter lopen vanaf de jachthaven vertrekt het
veerpontje. Een kwartier later stappen we het eiland op. Herm is heel
erg klein, dus we komen constant andere passagiers van de ferry
tegen. We maken een rondje over het eiland. Lopend, want fietsen is er verboden..
|
Tropische planten op Herm |
Van
alle Kanaaleilanden die ik bezocht heb, lijkt Herm inderdaad nog het
meest op een Bounty-eilandje. Overal groeien palmbomen en exotische
planten. Wanneer de zon 's middags door de wolken breekt, is de
tropische sfeer compleet. De lichtgele strandjes lijken in het
zonlicht bijna wit. Het water is hier ook veel blauwer dan thuis. Het
meest bijzondere strand is Shell Beach, aan de noordoostkant van het
eiland. Hier vind ik heel bijzondere schelpen. Ook van soorten
waarvan ik verwachtte dat ze alleen in de tropen voorkwamen. Leven
deze schelpen hier? Of is hier sprake van een natuurfenomeen, waarbij
de oceaan schelpen vanuit de hele wereld op dit strand doet
aanspoelen?
|
Je waant je op een Bounty-eiland |
Om
vier uur pakken we de boot terug naar Guernsey. Voor ons is het de laatste dag hier in St. Peters Port. We hebben hier nu drie dagen gelegen. Tijd genoeg om de atmosfeer hier op te
snuiven. Ook hier op Guernsey merken we dat de Kanaaleilanden een
belastingparadijs zijn. Werkelijk alles is ingericht op de wensen van de
vermogende medemens. De havenmeester
geeft ons allerlei foldertjes van juweliers en de schreeuwend dure
super verkoopt stukken lamsgebraad als kant-en-klaar
maaltijd. In Jersey kon je zelfs kreeft op je boot laten bezorgen.
Toch handig, als je zo ineens om kreeft verlegen zit..
Morgen gaan we door
naar Beaucette Marina, een haven in het noorden van Guernsey. We hebben gehoord dat deze haven heel mooi moet zijn. Het is
bijzonder hoeveel nuttige tips we krijgen van zeilers onderweg...
|
Schattig vissersbootje in St Peter Port |
De
volgende dag motoren we tussen de krijsende meeuwen en vissersbootjes
de haven uit. Daarna passeren we een enorm cruiseschip. Die liggen
voor de haven voor anker, want ze zijn veel te groot om naar binnen te gaan. Elke dag dat we hier zijn, ligt er weer een andere
mastodont. De passagiers worden in kleinere bootjes naar de wal gebracht, zodat ze een dagje belastingvrij kunnen shoppen. Het is bijna september, dus ik denk dat deze cruiseboten hier niet zo lang meer rond zullen varen. Als het hoogseizoen in Europa voorbij is, steken veel van deze boten over naar Midden-Amerika, om daar geld te gaan verdienen in de Caribische zon.
|
Dit cruiseschip past met geen mogelijkheid in de haven van St. Peter Port |
Terwijl
we het zeil omhoog hijsen, besef ik me hoe bijzonder het is om deel
uit te maken van deze wereld. Ik woon in Twente, en ben in Drenthe
opgegroeid. In mijn 'gewone' leven zag ik bijna nooit zee, hooguit
tijdens het welbekende weekje uitwaaien. En nu leef ik zomaar tien
weken lang met de getijden. Vuurtorens zijn nu een heuse wegwijzer, in plaats van een leuke bezienswaardigheid. Sterns en
Jan-van-Genten duiken regelmatig voor onze ogen het water in, op zoek
naar een visje, en het 'zwerfvuil' rond mijn boot bestaat voornamelijk uit lege mosselschelpen, achtergelaten door de meeuwen. Ik zal de zee straks missen, bedenk ik me. Ik neem me
voor, om als ik terug ben, nog een paar mooie zeetochten te gaan
maken..
|
We zien veel Jan-van-Genten onderweg |
Het is niet zo heel ver naar Beaucette Marina. De
eerste twee mijl gaan rustig. Maar daarna wordt de zee ineens een
gekkenhuis. Er staat geen buitengewoon harde wind, maar de wind staat
wel haaks op de stroom. En dan gaan de golven rare dingen doen. We
vaak andere zeilers hierover gehoord, en nu ervaren we het zelf. Het
is is nog een hele toer om de boot rustig op koers te houden, maar
gelukkig ken ik de boot al zo goed dat ik ook met rare zeetjes om kan
gaan..
|
Tussen de eilanden varen grote, snelle catamaranferries |
Na een
mijltje stuiteren geef ik het roer over aan Ivo. Hij mag gaan sturen,
dan zal ik hem helpen de haven in te loodsen. Buiten is het nog
steeds aardig wild. Ik pak de tablet en bestudeer de haveningang. Ik
zie wat rotsen, en een kardinaal links en rechts. Dan roept Ivo dat
ik naar buiten moet, want hij wil de haven aan gaan lopen. Nu al?
Als ik
buiten kom, zie ik dat we recht op een rotswand af varen. Wat is hier
aan de hand? Ik zie de ene rotsmuur langzaam over de andere heen
schuiven. Er lijkt een smalle doorgang te zijn. Slechts een metertje
of tien, vijftien. Moeten we dáár doorheen? Ja dus! Er liggen een
paar kleine boeitjes, op een paar meter links en rechts van ons. Dat
zijn de kardinalen die ook op de kaart stonden. Ik ben
in een klassieke valkuil gelopen: Niet
doorhebben hoever de kaart is ingezoomd, en dus ook niet doorhebben
hoe dichtbij alles is.
|
Beaucette Marina heeft een heel smalle haveningang |
Met
ingehouden adem piepen we het gaatje in. Het water om ons heen wordt
rustiger. We varen de marina binnen, die meer op een rotslagune dan
op een jachthaven lijkt. Twee rondjes op zoek naar een mooie
aanlegplek, en we liggen vast. Ivo en ik geven elkaar een 'boks'. De
tocht vandaag was maar een mijl of vier, maar we hebben weer heel wat
ervaring opgedaan..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten