|
Volgende stop: Jersey! |
We
zijn inmiddels op de Kanaaleilanden aan gekomen. Na een
oncomfortabel etmaal in een onbeschutte baai bij
Sark, hebben mijn vriend en ik er genoeg van. We vertrekken. Door
naar de volgende stop, het eiland Jersey. Naar een paar
uurtjes zeilen zijn we er. Op een steigertje voor de haven
wachten we totdat het water hoog genoeg is om de haven binnen te
kunnen. Met laag water is de jachthaven een afgesloten bak met water
waar niemand in of uit kan.
|
Drempel voor de jachthaven in Jersey |
Voorlopig
zijn we opgelucht dat we min of meer 'vast' liggen, aan een steiger.
Minder leuk is de prijs van de haven. Dit eilandje is duidelijk
gericht op een rijker publiek, zo merken we ook als we de stad
verkennen. Reed men op Sark nog rond in paardenkarren, hier hebben we
het idee in de toekomst beland te zijn. Alles is hypermodern en tot
in de puntjes geregeld. Het busstation lijkt wel een luchthaven,
compleet met heuse terminals.
We
maken een busritje rond het eiland. Het eiland lijkt op en top Brits
te zijn, maar tegelijk staan hier overal palmbomen, die weer heel erg
on-Engels aandoen. Bij Portelet Bay stappen we uit, want we hebben
gehoord dat het hier heel mooi is. Dat klopt. Het is een hele klim
naar beneden, maar het strand is spectaculair.
|
Portelet Bay heeft bij vloed een los eilandje |
|
Bij eb verschijnt er een landtong die de rots met het hoofdeiland verbindt.. |
Behalve
mooie stranden en baaien is hier nog veel meer te zien. De kust van
Jersey is bezaaid met verdedigingswerken, neergezet door de Duitsers
in de Tweede Wereldoorlog. Sommige vragen een kleine toegangsprijs,
verreweg de meesten zijn vrij toegankelijk. Op onze terugweg naar de
bushalte bekijken we een complex van bunkers en uitkijktorens. Erg
interessant!
|
Uitkijktoren van de Duitsers |
Als we
terug zijn in de haven zien we een klassiek scheepje naar binnen
varen. Het legt aan tegen de kade, op een plek die bij eb droog valt.
De mast wordt aan een lantarenpaal op de kade vastgeknoopt, zodat de
boot niet de verkeerde kant op valt als het water weg is. Als de boot
eenmaal is drooggevallen, gaat de bemanning als een razende met emmer
en kwast in de weer. Ze schilderen de onderkant van de boot met verf
die de aangroei van schelpen en zeepokken tegengaat. En die klus moet
erop zitten voordat het water weer terug komt.
|
Een ligplaats die droog valt, handig voor onderhoud aan het onderwaterschip |
We
raken in gesprek met de bemanning van het bootje. Een stel dat voor
langere tijd rond zeilt, net als wij. De man blijkt een bekend schrijver van zeilboeken te zijn, Peter
Cumberlidge. We krijgen
massa's tips van ze, en een gesigneerd exemplaar van zijn laatste
boek. Een superontmoeting.
Na
twee dagen in de marina van St. Helier, besluiten we maar weer eens
verder te gaan. Jersey is een leuk eiland, maar al die marina's
tikken aardig aan. We besluiten het ankeren een tweede kans te geven.
In de Lonely Planet lees ik dat Beauport Bay ook de moeite waard moet
zijn. Misschien een leuke plek om met de boot
te bezoeken, en een nacht voor anker te gaan? We gaan het gewoon
proberen....
Wordt
vervolgd..
|
Overal, werkelijk overal, zijn er schitterende baaien.. |
|
Terugtrekkend water.. |
|
Rotsen in de buurt van Portelet Bay |
|
Het fort van St Helier, vanaf het water gezien |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten